Het verhaal van de steen …

Er was eens een steen

Hij (of is het zij …? Neu, … nee: … HIJ!).

Hij was een hoekige, mooie steen

Net uit de fabriek gekomen

Mooie kleur

Goeie structuur

Een echte bouw-steen

Hij bekeek zichzelf in de waterspiegel van het Merwedekanaal en zei: ‘Ik zie er goed uit. Goede vorm, mooie kleur, prima structuur. Ja! Wat zal ik schitteren boven de ingang, boven de deur!’

Hij werd vastgepakt en in een kruiwagen gegooid. maar ergens vond hij het vanzelfsprekend, dat hij bovenop lag. En hij dacht: ‘Zie je wel. Ik ben iets bijzonders!’

De kruiwagen werd verderop gereden en omgekieperd. Alle stenen buitelden met veel geraas over elkaar. En toen lagen ze stil. En ja, vanzelfsprekend: De mooie steen lag weer bovenop.

In de nacht droomde de steen. Hij kreeg pootjes. Hij droomde dat hij van de steenhoop af stapte. Hij liep door naar het bouwterrein. Daar klom hij op de eerste steiger. Hij liep langs het cement, hoekje om.

Ah – daar was de voorgevel. Dat was zo duidelijk als wat. De voorgevel. Voor hem. Hij ging naar de deur, klom langs de deurpost naar boven en ging precies in het midden liggen. Midden-boven, dat was zijn diepste verlangen, al lag er verder nog niets.

De steen schrok wakker, doordat een hand hem vastpakte. “Wat een mooie hoekige steen,” zei een stem. En pats daar werd een deel van de steen er afgehakt.

Hij kreeg bovenop een plakkerige laag cement. Toen werd hij gelegd op nog meer nat en plakkerig cement. Precies op de hoek. Zijn mooiste hoekige kant stak trots een beetje uit. Daar kreeg hij een klap op. Toen paste hij mooi in het geheel.

Ook al was hij geen complete steen meer … Hij kon heel goed de steen boven hem steunen. En die daarboven en naast hem en onder hem. Uiteindelijk was hij een verbindend deel van twee muren. En samen met de andere stenen vormde hij een prachtig gebouw.

Vaak bleven de mensen staan om de bouwstijl van het huis te bewonderen. En ze spraken over de eigenaar, die zo’n goede smaak had. En over de aannemer die zo kundig gebouwd had. En als de steen dat hoorde? Dan glom hij van trots. Want let op: hij was wel een onderdeel van dat prachtige huis!

Door hem hadden de mensen bewondering voor de eigenaar en de aannemer.

Zo droeg hij zijn steentje bij.